Op 30-06-2000 reageert Kees met:
Er moet bij de oerknal iets zijn ontstaan, een soort oeratoom
waaruit andere atomen ontstonden. Sommige atomen gingen in
groepjes bij elkaar zitten en vormden moleculen. Moleculen gingen
in groepjes bij elkaar zitten en vormden stoffen.
Zo simpel zal het niet liggen en ik geloof ook niet echt in de
oerknal, maar het is een theorie.
TOP |
Op 02-07-2000 reageert Ben Pirard met:
Het iets ontstaat niet echt uit het niets. Het IS (en blijft) dat
gewoon.
Het IETS is een CURIEUZE STRUCTUUR van het niets.
Ben
TOP |
Op 03-07-2000 reageert Cees Roos met:
Je veronderstelling in je eerste zin is niet correct. De oerknaltheorie
zegt helemaal niet dat er voor de oerknal niets was. De theorie zegt
dat met de oerknal het universum ontstond, inclusief tijd. Er is dus
helemaal geen 'voor de oerknal', want de tijd is pas ontstaan met
de oerknal. Wat je vraagt komt ongeveer overeen met een vraag
als: 'wat is langzamer dan stilstaan' of: 'wat is dichterbij dan hier'of:
'wat is een temperatuur lager dan 0 kelvin'.
TOP |
Op 03-07-2000 reageert BaJe met:
Volgens mij ben jij met een
andere discussie bezig. Er staat namelijk dat er voor de oerknal
niets was, wat jij namelijk herhaalt. Er staat niet dat de
oerknaltheorie zegt dat er voor de oerknal niets is, maar alleen de
veronderstelling die losstaat van de oerknaltheorie, die zegt dat er
voor de oerknal niets is.
Bart
TOP |
Op 03-07-2000 reageert BaJe met:
Ben,
Jij zegt dat alles wat wij zien een uiting van het niets is, kun jij dat
aan mij uitleggen, want ik begrijp je niet!
M.v.g,
Bart
TOP |
Op 05-07-2000 reageert Ing E. Hofstede met:
Nou Bart,
De oerknal is het begin van de tijd, de ruimte en dus ook van
energie (beweging). Dus voor de oerknal (in tijd) kán dus niet.
De speciale relativiteitstheorie van Einstein leert ons dat zij niet
apart kunnen bestaan. Dus in je veronderstelling zijn zowel "voor" al
"niets" verkeerde woorden. (Immers: niets kan niet!!!)
Echter je laatste veronderstelling is, toevallig, wel grotendeels waar!
De atomen waaruit we bestaan bevatten reatief heel weinig massa
en de leegte ervan gaat ons voorstellingsvermogen bijna te boven.
(Stel: de kern van een atoom is ter groote een zandkorrel dan zul
de eerste electronen 300 tot 400 meter verderop vinden. Deze
hebben dan het formaat van een molecule.)
De ruimte tussen bevat niets tastbaars, maar staat natuurlijk wel
onder invloed van het electro-magnetische krachtenspel van de
elektronen met de kern. Daarom kunnen dingen niet spontaan door
elkaar heen.
Als "niets tastbaars" je definitie van "niets" is dan bestaan we
inderdaad voornamelijk uit niets.
Eric
TOP |
Op 05-07-2000 reageert BaJe met:
Mijn definitie van niets is een 0-dimensionale ruimte, zonder tijd
waarin automatisch dus geen gebeurtenissen kunnen gebeuren. De
oerknaltheorie zegt dat alles met de oerknal is 'geschapen'.
Volgens mij heeft dat tot logisch gevolg dat dat betekent dat er
toen de oerknal nog niet had plaatsgevonden, niks was.
Dit alles betekent dat alles tegelijk met de oerknal is ontstaan. Dat
betekent op zich weer dat er iets uit niets is ontstaan.
Bart
TOP |
Op 05-07-2000 reageert legate met:
e. hofstede heeft gelijk bart,
jouw definitie van niets is
gebrekkig. een 0D ruimte vertegenwoordigt wel degelijk "iets":
namelijk een punt. het bestaan van ruimte alleen al geeft aan dat
er "iets" is.
ik ben beslist (nog) geen expert, maar als met de oerknal ook de
tijd is ontstaan, is het logisch om aan te nemen dat een "voor" de
oerknal onmogelijk is. "niets" is dan geen correcte term. het geeft
immers een waarde-classificatie aan iets, en dat iets is er niet.
is nul een getal? het geeft aan dat er "niets" is, maar het antwoord
is wel degelijk ja, omdat nul een waarde geeft _aan iets_.
maar goed, de oerknaltheorie kunnen we niet echt begrijpen zonder
natuurkunde te hebben gestudeerd.
TOP |
Op 06-07-2000 reageert BaJe met:
Legate en Cees,
Met een 0-dimensionale ruimte wordt inderdaad een punt bedoeld.
Een punt in coördinatenstelsel x, y, z (3d dus) wordt weergegeven
met de positie (x, y, z). Een punt is dus per definitie 0d. Dit
betekent niet zoals velen denken dat het oneindig klein is, maar
het betekent dat het een 'positie' met een omvang van 0 is.
Een punt is dus 'niets' wat nooit te kwantificeren is met getallen
hoger en lager dan 0. In een bepaald 1-, 2-, 3-, N-dimensionaal
coördinatenstelsel wordt een 0-dimensionaal punt als positie
gezien, maar niet als lichaam op zich! In een 0-dimensionaal
coördinatenstelsel is het punt tegelijkertijd het coördinatenstelsel en
heeft het dus de waarde 0. Met andere woorden: iets
0-dimensionaals kan alleen een positie zijn en nooit een lichaam
(zowel wiskundig als fysiek gezien). Aangezien een 0-dimensionaal
punt in een 0-dimensionaal coördinatenstelsel zichzelf omvat omvat
het dus niets! Het niets geeft dus niets aan en niet iets!
Jij spreekt jezelf tegen dat iets 0-dimensionaals betekent dat er
ruimte is, het bijzondere van iets 0-dimensionaals is juist dat het
geen ruimte aangeeft. Er zijn immers 0 dimensies, en aangezien de
inhoud van een lichaam aangegeven wordt in een standaardmaat in
het desbetreffende aantal dimensies, en verkleiningen of
vergrotingen van die standaardmaat (bijv. m en de verkleining
ervan cm, m2 ---> cm2, m3 ----> cm3) betekent dit dat er
voor een 0-dimensionaal punt (een positie dus en geen lichaam!)
geen inhoud is.
Met ‘geen voor de oerknal’ wordt dus bedoeld dat er
zowel geen tijd als ruimte was, en daarmee wordt weer bedoeld dat
er geen gebeurtenissen voor de oerknal zijn geweest, want een
gebeurtenis kan alleen maar plaatvinden in een bepaald, al dan
niet fysisch, coördinatenstelsel. Aangezien dit er niet was (want een
0-dimensionaal coördinatenstelsel geeft aan dat er geen dimensies
waren waarin iets kon plaatsvinden, dus ook geen tijd) was er geen
‘voor de oerknal’ en dus niets!
Het begrip ‘niets’ wordt hier volgens mij vaak
verward met ‘geen gebeurtenissen’, in de trant van
voor de oerknal gebeurde niets, dus er was geen voor de oerknal.
Niets is eigenlijk feitelijk hetzelfde als geen voor de oerknal.
Volgens jou is niets een kwantificering. In zekere zin klopt dit wel,
want het geeft niets aan. Maar, het niets dat het aangeeft
(daarmee bedoel ik, 0 is hetgene dat het niets aangeeft) heeft
geen waarde. 0 is alleen het getal om niets aan te geven, wat niet
inhoud dat het niets eigenlijk toch iets is, omdat het gekwantificeerd
kan worden!
Om alle onduidelijkheden nog even weg te nemen, een
verduidelijking van de vraagstelling: De oerknal is uit het niets
ontstaan, en met de oerknal is tegelijk ruimte, tijd en materie
‘geschapen’ : Hoe kan iets uit niets ontstaan?
Ik hoop hiermee de werkelijke discussie het startsein te hebben
gegeven, zodat gediscussieerd kan worden over de discussie en niet
over de vraagstelling.
Met vriendelijke groet,
BaJe
TOP |
Op 06-07-2000 reageert Getting_angry met:
Bart, nou moet je niet eigenwijs gaan zitten doen!
Ten eerste: -Een 0-dimensionele deeltje kan wel energie bevatten
(bijv. een foton).
Ten tweede: -Het klinkt logisch dat de oerknal niet spontaan kan
gebeuren, maar omdat alle natuurwetten, theorien en visies op de
huidige realiteit is gebaseerd (die onstond bij de oerknal)zullen we
dat NOOIT weten.
-Jouw vraag heeft dus geen reeel antwoord!
P.S.
Ik besef dat ,mijn uitspraak "niets kan niet" twijfelachtig is.
TOP |
Op 06-07-2000 reageert Marcel met:
Als ik me er ook even in mag mengen:
Wat is volgens jullie precies de definitie van niets? Het klinkt
misschien als een domme vraag, maar ga er maar eens over
nadenken! Volgens mij is niets geen fysisch begrip, het is immers
niet meetbaar (voorbeeld: er is een geluid dat steeds zachter wordt,
op een gegeven moment wordt er niets meer gedetecteerd. Dit wil
niet zeggen dat er geen geluid meer is, maar alleen dat dit voor de
meetapparatuur niet meer meetbaar is. Zo geldt dat voor meerdere
grootheden (zo niet allen): als er niets meer wordt gemeten wil dit
niet zeggen dat het er ook niet is.) Volgens mij geldt dit voorbeeld
niet alleen bij te meten begrippen, maar ook bij andere, zoals ze
hier in de discussie gebruikt worden.
Groeten, Marcel
TOP |
Op 06-07-2000 reageert Wouter met:
Voor mij is de vraagstelling duidelijk.
Een leek kan vrij makkelijk vragen wat er was voor de Oerknal, en
een iets mindere leek zal daar dan automatisch op antwoorden dat
de vraag onzinnig is omdat "voor de Oerknal" niet kan, omdat de
tijd nog niet bestond. Niettemin is de vraag hoe het "oeratoom" is
kunnen ontstaan zeker gelegitimeerd, en behoort dat nog
principieel tot de wetenschap, anders blijft het een adhoc-postulaat.
Maar dat zegt natuurlijk niets over het feit dat men die vraag ooit
werkelijk zal kunnen beantwoorden.
Geen enkele theorie sluit uit dat ons universum niet het enige is.
Indien er meerdere zijn, elk ontstaan uit hun Big Bang, dan hebben
zij elk hun maat voor tijd en ruimte (echter natuurlijk ook niet
absoluut). Die maat eindigt voor elkeen bij hun Big Bang. Het is zo
dat onze tijd en onze ruimte begint vanaf de Big Bang, maar dat
betekent van geen kanten dat deze geen deel zouden kunnen
uitmaken van een groter geheel.
"Wat is er ten noorden van de noorpool?" Als je enkel een
referentiesysteem op Aarde beschouwt, dan kun je zeggen "niets".
Niets in de zin van lege verzameling, er zijn geen plaatsen die aan
de gestelde voorwaarde voldoen. Als je het echter bekijkt op het
niveau van het Zonnestelsel of de Melkweg, kun je wel plaatsen
aanduiden ten noorden van de noordpool, vb de Poolster.
(en de vergelijking met 0 Kelvin: ruimte en tijd zijn relatief, is de
absolute temperatuur dat ook?)
"Hoe is de enorme energiedichtheid van de Big Bang kunnen
ontstaan?" Voor mij is dit een analoge vraag aan "Hoe zijn
melkwegstelsels ontstaan, of planetenstelsels" .
Er is (volgens mij maar een kleine)complicatie met het begin van
tijd en ruimte. Het probleem is dat we gewoonweg niets groters of
meer omvattend kennen om een meetlat aan vast te haken.
In 1973 werd door Tryon de theorie van de fluctuatie van het
quantumvacuum naar voren gebracht. Volgens dit scenario is ons
universum ingebed in een grotere vacuum-ruimte, waaruit af en toe
dan universum ontspringt, door een quantummechanische fluctuatie
waarbij voldaan blijft aan de Heisenberg onzekerheidsrelatie. Waar
komt die vacuum-ruimte dan vandaan?
Het probleem is dan opgeschoven. Echter lijkt dit scenario voor mij
aantrekkelijker. De vacuum-ruimte poneer je als onveranderlijk in
"tijd en "ruimte", met een uniforme energiedistibutie, het ontstaan
van universums daaruit is dan net zo gewoon als het ontstaan van
galaxies en planetenstels. Dat lijkt me waarschijnlijker dan een
plotseling oneindige energiedichtheid in één puntje, een creatio ab
nihilo, die in strijd is met al hetgeen we daarna hebben kunnen
waarnemen.
TOP |
Op 06-07-2000 reageert Jan van der Gaag met:
Beste Bart,
Jij schrijft dat jij je het niets voorstelt als een punt van nul
dimensies. Maar dat is niet niets: er is dan namelijk één punt. Echt
'niets' wil zeggen dat er geen (dus nul aantal) punten zijn. Stel je
jouw nuldimensionale punt voor en haal dat vervolgens weg. Dan
pas heb je niets.
De oorspronkelijke vraag "Hoe kan iets uit niets ontstaan?" is
eigenlijk geen goedgeformuleerde vraag. Immers, 'ontstaan' is een
proces en veronderstelt reeds het bestaan van tijd, dat er niet is als
er niets is. Je kunt niet spreken over het 'ontstaan van de tijd'. Je
kunt ook niet zeggen dat er 'op een zeker moment' niets is, want
zodra je over momenten kunt spreken, is er in elk geval tijd, dus
niet niets. 'Ontstaan uit niets' is een contradictie.
Echt 'niets' wil zeggen dat er van alles niet is: geen appels, geen
peren, geen deeltjes, geen golven, geen energie, geen krachten,
geen tijd, geen ruimte, geen punten, geen getallen, geen licht,
geen donker, enz. Daaruit kan niet iets ontstaan.
Om in te haken op wat Wouter zegt: het zou kunnen dat ons heelal
ontstaan is uit een fluctuatie in een kwantumveld. Maar dan is er
dus een kwantumveld, dus niet niets. Daarmee is alleen maar
gezegd dat het ene 'iets' (ons heelal) ontstaan is uit een ander
'iets' (het kwantumveld). En dat is iets heel anders dan de bewering
dat ons heelal uit het niets zou zijn 'ontstaan'.
Groeten, Janga
TOP |
Op 06-07-2000 reageert Cees Roos met:
Bart,
De eerste drie alinea's over dimensies en wat dies meer zij: Ik denk
dat je je lineaire algebra maar eens moet gaan bijspijkeren.
Je zegt:"Met 'geen voor de oerknal' wordt dus bedoeld dat er zowel
geen tijd als ruimte was." Geen 'voor de oerknal'
betekent dat de uitspraak 'dat er zowel geen tijd als ruimte (voor de
oerknal) was' betekenisloos is. Tijd en ruimte zijn er nooit niet
geweest: welk tijdstip je ook noemt, altijd waren ze er.
Als je al zou kunnen zeggen dat er 'voor de oerknal niets was', dan
hoogstens met de betekenis: "Alle tijdstippen die ooit zijn
opgetreden, waren gelijktijdig met de oerknal of later. Een vroeger
tijdstip is er niet geweest."
Je zegt: "De oerknal is uit het niets ontstaan". Dat klinkt prachtig,
alleen is dat jouw privé theorie. De oerknal theorie doet daar geen
uitspraak over. Zij stelt dat er een eerste gebeurtenis is, die het
begin vormt van ons universum. In de fysica heet zoiets een
'singulariteit'. Je vraag: "Hoe kan iets uit niets ontstaan?" is
misschien best leuk om eens over te speculeren, maar heeft niets
uit te staan met de oerknal theorie. Eerlijk gezegd: ik heb geen
idee hoe iets kan onstaan uit niets.
Groeten, Cees Roos
TOP |
Op 06-07-2000 reageert BaJe met:
Wat mij juist zo fascineert aan het heelal is dat het volgens mij uit
niets is ontstaan. Dat er altijd ergens, al dan niet in ons heelal, iets
is geweest kan ik me niet voorstellen, ook al voldoet dat aan de
causaliteit!
Eerlijk gezegt weet ik niet wat er fout is aan mijn eerste 3 alinea's.
Als er fouten in zitten wil ik graag weten welke. Sorry ervoor, maar ik
ben pas 3 VWO en van lineaire algebra weet ik dus niet veel.
Toch bedankt voor de reacties en moge er nog vele komen!
Met vriendelijke groet,
BaJe
TOP |
Op 07-07-2000 reageert legate met:
niets is onmogelijk; daarom is er iets.
TOP |
Op 07-07-2000 reageert Cees Roos met:
Bart,
"Wat mij juist zo fascineert aan het heelal is dat het volgens mij uit
niets is ontstaan." Er is niets in het heelal waaruit je dat kunt
opmaken. Het is je privé fantasie. Het kan best zijn dat je gelijk
hebt, evengoed als het kan zijn dat je ongelijk hebt.
"Dat er altijd ergens, al dan niet in ons heelal, iets is geweest kan
ik me niet voorstellen, ook al voldoet dat aan de causaliteit!" Altijd
betekent: op elk mogelijk tijdstip. Alle mogelijke tijdstippen hebben
plaatsgevonden en vinden nog plaats in ons eigen heelal. Er zijn
geen andere tijdstippen.
"Eerlijk gezegt weet ik niet wat er fout is aan mijn eerste 3 alinea's."
Het is misschien het beste te zeggen dat het niet eens fout is. Het
is onzin. Laat het maar gewoon weg. Centraal is jouw stelling:"Wat
mij zo fascineert aan het heelal is dat het volgens mij uit niets is
ontstaan." Daarover valt te praten zonder er vectorruimten bij te
slepen.
Groeten, Cees Roos
TOP |
Op 07-07-2000 reageert BaJe met:
Legate,
Leg uit dat niets onmogelijk is, in plaats van het even zo te stellen.
Cees,
Dat is inderdaad mijn 'persoonlijke privéfantasie' en er zijn
inderdaad geen aanwijzingen in het heelal die dit bewijzen of
weerleggen, maar één deel klopt wel, namelijk: er is iets ontstaan!
Dit wil uiteraard niet meteen zeggen dat het uit niets is ontstaan.
"Alle mogelijke tijdstippen hebben plaatsgevonden en vinden nog
steeds plaats in ons heelal. Er zijn geen andere tijdstippen"
Waaruit maak jij dat op? Het kan toch zo zijn dat er parallelle
universa zijn, en aangezien ruimte niet zonder tijd kan bestaan, is
daar ook een tijd!
Als jij mij zegt dat het onzin is wat ik schrijf, wil ik weten waarom! Ik
ga hier ook niet allerlei stellingen liggen te verkondigen zonder ze
te beargumenteren, daar hebben ze de discussies niet voor
uitgevonden!
BaJe
p.s. Zouden al deze discussie nemers willen reageren op de
discussie van de wiskundige allesomvattende theorie? En van het
2-dimensionale bouwpakket van een bol?
Hartelijk dank daarvoor!
TOP |
Op 08-07-2000 reageert Cees Roos met:
Bart,
"één deel klopt wel, namelijk: er is iets ontstaan!"
Zelfs dat is je eigen privé theorie. De oerknal theorie zegt dat het
universum -begon- met de 'oerknal', zij zegt niets over het
-ontstaan- ervan.
"Het kan toch zo zijn dat er parallelle universa zijn, "
Voor we nog meer misverstanden creëren, wat bedoel je daarmee?
Ik bedoel zowel: wat bedoel je met 'parallelle universa' als: wat
bedoel je met 'het kan toch zo zijn dat ze er zijn'.
"Als jij mij zegt dat het onzin is wat ik schrijf, wil ik weten waarom!"
Toch maar aan die lineaire algebra beginnen dus.
Goeten, Cees Roos
TOP |
Op 08-07-2000 reageert BaJe met:
Cees,
Ik geef toe dat 'gemaakt' tussen aanhalingstekens had moeten
staan. Maar je moet toegeven dat jij zegt dat het universum op het
moment van de oerknal begon, en dat aangezien er 'geen voor de
oerknal' is volgens de oerknaltheorie, je dan ook kunt zeggen dat
op het moment van de oerknal dat alles is 'gemaakt' of 'ontstaan'.
Zou dat niet zo zijn dan suggereer je hiermee dat ruimte en tijd al
op de een of andere manier heeft bestaan. En dat is weer in
tegenspraak met het feit dat er geen 'voor de oerknal'is (volgens
die theorie).
Er zijn geen empirische feiten over parallelle universa, wat erover
bekend is zijn slechts theorieën. Zo zouden singulariteiten in zwarte
gaten zich kunnen afsluiten van ons heelal en een nieuw heelal
vormen. Onze oerknal zou dan zoiets kunnen zijn.
Ik weet niet waar jij het zinnetje 'het zou toch kunnen zijn dat ze er
zijn', vandaan haalt.
Met vriendelijke groet,
Bart
TOP |
Op 08-07-2000 reageert BaJe met:
Cees
Ik snap nu dat jij dat zinnetje niet uit één van mijn reacties, maar
uit jou reacties hebt gehaald. Mijn reactie hierop is dat het volgende
niet vaststaat:
"Alle mogelijke tijdstippen hebben plaatsgevonden en vinden nog
plaats in ons eigen heelal. Er zijn geen andere tijdstippen".
Ik verzoek je nog één keer uit te leggen wat er aan mijn 1e 3
alinea's fout is.
Met vriendelijke groet,
Bart
TOP |
Op 09-07-2000 reageert Cees Roos met:
Bart,
"Met de oerknal is ruimte, tijd en materie en energie gamaakt."
"Ik geef toe dat 'gemaakt' tussen aanhalingstekens had moeten
staan."
Als je het zo zegt (of 'ontstaan' of 'geschapen'), suggereer je dat er
een proces heeft plaatsgevonden met aan het begin een situatie
waarin het universum er niet was, en aan het eind een situatie
waarin het er wel was. Voor zo'n proces is geen enkele aanwijzing.
Alles wat je daarover zegt is dus puur speculatie of fantasie en jou
vraag hoe iets uit niets kan onstaan is dus een probleem met je
privé fantasie. Dat is niet verboden of zo, maar iedere pretentie dat
het 'waar' is, is misplaatst.
"Ik weet niet waar jij het zinnetje 'het zou toch kunnen zijn dat ze er
zijn', vandaan haalt."
Laat ik je geheugen een beetje steunen.
Ik zeg op 7 juli:
"Alle mogelijke tijdstippen hebben plaatsgevonden en vinden nog
steeds plaats in ons heelal. Er zijn geen andere tijdstippen"
Jouw reactie op 7 juli:
"Waaruit maak jij dat op? Het kan toch zo zijn dat er parallelle
universa zijn, en aangezien ruimte niet zonder tijd kan bestaan, is
daar ook een tijd!"
Mijn vraag daarover op 8 juli:
"Voor we nog meer misverstanden creëren, wat bedoel je daarmee?
Ik bedoel zowel: wat bedoel je met 'parallelle universa' als: wat
bedoel je met 'het kan toch zo zijn dat ze er zijn'."
Je hebt wel antwoord gegeven op de vraag wat volgens jou
'parallelle universa' zijn, maar nog niet op de vraag wat je bedoelt
met je zin: " Het kan toch zo zijn dat er parallelle universa zijn".
"Er zijn geen empirische feiten over parallelle universa, wat erover
bekend is zijn slechts theorieën."
Theorieën proberen empirische gegevens te verklaren en
voorspellingen te maken over resultaten van fysische processen. Als
er over een fenomeen geen empirische feiten zijn, is er geen
theorie over mogelijk. De 'theorie' is in dat geval gefantaseer.
"Zo zouden singulariteiten in zwarte gaten zich kunnen afsluiten van
ons heelal en een nieuw heelal vormen."
Dat zou betekenen dat zo'n zwart gat volgens jou (je zegt dat ze
hun eigen 'tijd' en 'ruimte' hebben en los staan van tijd en ruimte in
ons universum) uit ons universum zou verdwijnen, inclusief zijn
totale energie en dus ook zijn gravitatie?
"Onze oerknal zou dan zoiets kunnen zijn."
Dat ondergraaft je eigen stelling dat het universum uit niets zou zijn
ontstaan. Overigens leidt dit alleen maar tot een regressie, niet tot
een oplossing.
Groeten, Cees Roos
TOP |
Op 09-07-2000 reageert BaJe met:
Cees,
Is het niet zo dat de oerknaltheorie stelt dat met de oerknal ook het
universum begon? Beginnen duidt volgens mij er dan ook
op dat het universum dan niet altijd heeft bestaan. Ik zet het juist
tussen aanhalingstekens om juist niet te suggereren dat er een
proces heeft plaatsgevonden (hoe raar ik dat ook vind, jij niet?).
Mijn reactie (de 1e boven jouw tekst) stelt dat jouw volgende stelling
helemaal niet zo zeker is:
"Alle mogelijke tijdstippen hebben plaatsgevonden en vinden nog
steeds plaats in ons heelal. Er zijn geen andere tijdstippen"
Daarom stelde ik "het kan toch zo zijn dat de parallelle universa
bestaan". Ok, het is in tegenspraak met mijn 1e veronderstelling,
dat alles uit het niets is voortgekomen voor 1 (ons, in dit geval)
heelal. Maar niet voor meerdere heelallen, want dan kan je nog
steeds zeggen dat er een 'oerheelal' is dat uit 'niets' is voort
gekomen. Het is inderdaad wat speculatief, maar wat ik bedoelde
met 'er zijn geen empirische feiten' was, dat het nog niet met
empirische feiten ondersteund was, maar niet dat ze er niet zouden
zijn. Sorry, voor de foute formulering ervan.
Over die heelallen die ontstaan uit zwarte gaten, het is inderdaad
ook speculatief en ik heb me er niet zo in verdiept dat ik jouw vraag
hierover goed kan beantwoorden. Maar dan, als het tenminste zo is
dat er heelallen uit voortkomen, moet het antwoord op jouw vraag
wel 'ja' zijn.
Ik merk, helaas, dat jij mij niet wil vertellen wat er fout is aan mijn
lineaire algebra. Jammer!
Met vriendelijke groet,
Bart
p.s.
Hier de tekst die ik eerder heb geplaatst (op 8-07), maar waar
niemand op heeft gereageerd:
"Wat ik ook nog even kwijt wil is dat ik het niet eens kan zijn met
het voorstel dat een 0-dimenionaal 'punt' iets is en ruimte voorstelt.
Wat is nu niets? Stel je hebt 4 appels (en dat is alles wat er
bestaat, vergelijk de appels maar met natuurlijke getallen). Deze 4
appels verdwijnen. Je hebt nu geen appels meer. Aangezien alles
wat er was is verdwenen, heb je niets (0 appels) over.
Laten we deze metafoor eens wat verder doortrekken: stel je neemt
alles wat zich in het heelal bevindt (exclusief de 3 ruimtedimensies
en de ene tijddimensie). Je hebt nu nog 4 dimensies over, en je
haalt ze allemaal weg. Wat dan logisch volgt is dat er niets
overblijft. Wat jullie zeggen (en wat ik me niet voor kan stellen) is
dat er dan toch nog iets overblijft, namelijk een 0-dimensionaal
'punt'.
Even terug naar de 4 appels. Wat jullie dus zeggen (vergelijk nu de
4 dimensies met de 4 appels) is, dat als je alle 4 de appels
weghalen, dat er dan toch nog een stukje overblijft!
Volgens Janga zou je ook dat ene stukje nog weg moeten halen, wil
je werkelijk niets hebben. Dit houdt in dat je, volgens mijn logica
althans, dat je meer weg moet halen dan je hebt om werkelijk niets
te hebben. Als ik dit vertaal naar de getaltheorie, houdt dat in dat
wil je werkelijk van 4 (iets) naar niets gaan, je er meer dan 4 moet
afhalen.
Help me!
Met vriendelijke groet,
Bart"
TOP |
Op 09-07-2000 reageert Ben Pirard met:
"Jij zegt dat alles wat wij zien een uiting van het niets is, kun jij dat
aan mij uitleggen, want ik begrijp je niet!" (03-06-2000)
Bart,
Ga zitten. Dit is sterk spul wat nu volgt. Er is niets fout aan je
vraagstelling. En het is geen privé fantasie. Je bent goed op weg
met de beschouwing van het 0-dimensie-punt. En de vorige
bijdragen gaan ook die kant op.
Als wij, beperkte zielen, die we zijn, ons het oneindige rimpelloze
niets volledig willen voorstellen, dan kunnen we dat niet zonder
hulpstellingen. (Anders zouden we er ons volledig mee verenigen,
en dan is er niets meer te zeggen:)). Dus stellen we het ons voor
als een oneindige verzameling van niets-puntjes, die allemaal
identiek zijn. Toch is het oneindige vacuüm een continuüm. Er kan
geen onderbreking, ook niet door puntjes zijn, want dan zou er
inderdaad 'iets' (anders) zijn, dus moeten we ons het absolute
vacuüm voorstellen als: de limiet van alle denkbeeldige
niets-punten.
Het absolute vacuüm is de ultieme realiteit, of niet-realiteit als je
wil. Het is het oneindige zelf, dat alles toelaat, ook puntjes en
lijntjes. Want kijk als er zo'n eindeloos vacuümveld van niets is, dan
bevat dat ook eindeloos vele puntjes van niets, van niet-ruimte,
van niet-tijd, niet-beweging. Maar dat is hetzelfde als van eindeloze
ruimte, eindeloze tijd, oneindige beweeglijkheid.
Zo beschouwd is die absolute leegte dus: een absolute volheid. Alle
denkbeeldige puntplaatsen erin kunnen ofwel eindeloos stil, of
eindeloos in beweging zijn. En als punten, van wat dan ook, kunnen
bewegen, dan kunnen zij dat in alle ritmes en richtingen.
Het 'iets' ontstaat pas daar waar het 'niets' beperkt wordt. Het iets is
een beperking van het absolute niets. En omdat het absoluut
oneindig is kan het niets ook het iets moeiteloos bevatten, kan
eindeloos veel 'iets' bevatten zelfs. Als het dat allemaal tegelijk
bevat dan is er nog steeds 'niets' te onderscheiden. Deze volheid is
gelijk aan deze leegheid.
Maar in zoverre er ook beperking in tijd mogelijk is (want tijd is een beperking van de
eindeloosheidsdimensie van het niets) is er ook een zeer beperkte
faseverschuiving mogelijk van ruimte en niet-ruimte, beweging en
niet-beweging. In zijn geheel kan het absolute niets dus zijn
absolute status van onverstoorbaar evenwicht behouden, terwijl het
tegelijk in plaatselijke en tijdelijke beperkingen van zichzelf ook
bepaalde bewegingen kan toelaten. Dit is echter tegen zijn
wezenlijke natuur, en waar en wanneer het voorkomt levert het een
geweldige knal op, erger dan een geluids- of lichtmuur doorbreken,
het doorbreekt hier zichzelf, en dat geeft een enorme oerknal,
plaatselijk en tijdelijk.
Maar het moet wel voorkomen, want het absolute niets is oneindig
en kan voor zichzelf niet aan zijn status ten onder doen.
Natuurlijk zijn dit allemaal tegenstrijdigheden, paradoxen, die
misschien nog meer vragen dan antwoorden opleveren, maar dat is
nu eenmaal het risico, wanneer je het onderste uit de kan wil weten.
Dan is een zekere dosis aanvaarding en kalmte vereist om alle
tegenstellingen van de realiteit tegelijk te verdragen. Daar moet
niemand zich in forceren, het verwerven van kennis heeft gewoon
zijn tijd nodig, zoals het afdraaien van een computerprogramma.
Mijn voorlopige conclusie is dus dat de ultieme werkelijkheid twee
gezichten heeft: dat van absolute ledigheid en dat van absolute
volledigheid, en dit in alle dimensies… die allebei tegelijk en
tezamen bestaan. Verder dat het iets een beperking is van het
niets. 'Het iets is een curieuze structuur van het niets'. Het ontstaat
er dus niet echt uit, dit IS dat gewoon.
Natuurlijk is er voor ons een beperkte tijdsdimensie, die maakt dat
we slechts beperkt in tijd en ruimte waarnemen, we zijn uiteraard
zeer nauw bij het geheel betrokken, maken er ook beperkt deel van
uit, en zijn het in wezen zelf…
Vriendelijke groeten,
Ben
TOP |
Op 09-07-2000 reageert marcel met:
Is het punt van de oerknal wel echt 0-dimensionaal? Als we de
stringtheorie mogen geloven zijn de allerelementeelste deeltjes
snaren en geen punten. Dan zou het "punt" dus een lijn zijn. Alles
van uit een 1-dimensionale lijn.
Op 09-07-2000 reageert Cees Roos met:
Bart,
"Is het niet zo dat de oerknaltheorie stelt dat met de oerknal ook
het universum begon?"
Niet ook. De oerknal is het begin van het universum, niets meer.
"Beginnen duidt volgens mij er dan ook op dat het
universum dan niet altijd heeft bestaan."
We vervallen in herhaling. Op 7 juli zei ik al: "Altijd betekent: op elk
mogelijk tijdstip. Alle mogelijke tijdstippen hebben plaatsgevonden
en vinden nog plaats in ons eigen heelal. Er zijn geen andere
tijdstippen." Ik ben het dus niet met je eens dat de oerknaltheorie
erop duidt dat het universum niet altijd heeft bestaan.
Je trekt deze uitspraak in twijfel. Dat is je goed recht, maar
daarmee gooi je ook je eigen veronderstelling in je opening van
deze discussie overboord, namelijk die waarin je veronderstelt dat
de oerknal theorie juist is.
"Het is inderdaad wat speculatief, maar wat ik bedoelde met 'er zijn
geen empirische feiten' was, dat het nog niet met empirische feiten
ondersteund was, maar niet dat ze er niet zouden zijn."
Zo kun je het bestaan van allerlei onzin veronderstellen. Het feit dat
ik nog nooit een roze eenhoorn naast een bolvormige kubus en een
imploderende supernova heb waargenomen 'betekent niet dat die
er niet zouden zijn'?
Een uitspraak over de fysichse werkelijkheid waarvoor geen
empirische ondersteuning bestaat is fantasie. Fantasie over de
werkelijkheid is in veruit de meeste gevallen gewoon fout.
Ik heb het idee dat we niet verder komen. Iets ontstaan uit niets
heeft niets te maken met de oerknal theorie, en ik heb geen idee
hoe zoiets zou kunnen. Ik hoop niet dat ik je al te zeer teleurstel,
maar daar laat ik het bij.
Groeten, Cees Roos
TOP |
Op 09-07-2000 reageert BaJe met:
Cees,
Ik heb het idee dat jij alles veel te letterlijk neemt. Volgens huidige
theorieën bestaat het heelal ongeveer 15 miljard jaar. Dus er is een
moment geweest waarop het niet heeft bestaan. Jij vertelt mij dat
dat fout is, omdat alle tijdstippen in ons heelal hebben
plaatsgevonden. Jij trekt dus in twijfel, of stelt eigenlijk zelfs, dat
ons heelal altijd heeft bestaan. Dat klopt, maar alleen in onze tijd.
Je moet niet altijd vanuit ons heelal redeneren. 'Niet altijd heeft
bestaan' is iets zuiver taalkundigs!
Over (nog) niet experimentele theorieën gesproken. De
snarentheorie, heb jij weleens een snaar gezien?
Bart
p.s. Wil jij ook op andere discussiedeelnemers reageren en niet
alleen op mij!
TOP |
Op 11-07-2000 reageert marcel met:
Ik heb nog nooit een snaar gezien, maar hetzelfde kan ik zeggen
van een quark (die toch zouden overheersen in de eerste
seconde(n) van het heelal). Dus dat argument gaat niet geheel op.
TOP |
Op 11-07-2000 reageert BaJe met:
Had ik gezegd dat de kwantumtheorie bewezen is op dat soort
dingen? Zelfs een atoom is niet echt gezien!
Bart
TOP |
Op 13-07-2000 reageert BaJe met:
nou?
TOP |
Op 13-07-2000 reageert Wouter met:
Atomen kunnen zichtbaar gemaakt worden met
scanning-tunneling-microscopen.
De oerknaltheorie gaat niet zozeer over de oerknal zelf, maar over
de verdere evolutie van het Heelal.
De oerknaltheorie voorspelt en verklaart:
* de waargenomen uitdijing.
* de kosmische achtergrondstraling en de precieze temperatuur
ervan.
* het waargenomen percentage van helium 23+-2%
* het heelal is dynamisch in verandering: sterren worden geboren
en sterven, radio-galaxieën evolueren van sterk naar zwak. En
vroeger waren er meer quasars dan nu.
De oerknaltheorie steunt vooral op klassieke warmteleer en
klassieke quantummechanica, algemene relativiteitstheorie draagt
er weinig toe bij.
Er blijven nog problemen over:
- een vlak, open of gesloten universum?
oplossing: Een periode van inflatie maakt het universum vlak en de
kosmische straling homogeen.
- waar zit en wat is de donkere materie?
- waarom alles materie en geen antimaterie of fifty-fifty?
- Wat veroorzaakte de Oerknal? En wat was ervoor?
Geen enkele andere theorie kan aan het Oerknalmodel tippen.
Zeggen dat de ganse ruimte-tijd begon met de Big Bang steunt
enkel op de Rel-theorie, het is een verdere extrapolatie van de
inkrimping waarbij geen rekening wordt gehouden met nog onbekende
fysische verschijnselen. Vergelijk het met de warmteleer, bij
afkoelen van een gas, vertragen de atomen en staan stil bij 0
Kelvin. Fysisch gezien klopt daar geen bal van. Eerst treedt een
effect van supergeleiding op, dan een bose-einstein-condensaat
enkele miljoensten boven 0 Kelvin en 0 Kelvin zelf is niet te
bereiken, zelfs niet in theorie. En atomen die stilstaan bij 0K is in
overtreding met het principe van Heisenberg. Allemaal effecten die
men nooit had kunnen vermoeden als je enkel uitgaat van de
thermodynamica.
Om te weten wat er op de aller-allereerste momenten gebeurde
heeft men een theorie over quantumgravitatie nodig. Dat is er
natuurlijk nog niet, dus kan men er nog niets zinnigs over zeggen,
het geloof in de singulariteit is dan evenzeer metafysica dan al de
rest.
Eén wet die alle wetenschappelijke revoluties heeft doorstaan is zeer
zeker de wet van behoud van energie. Bijgevolg is er geen reden
om die op te geven. In plaats van te veronderstellen dat ruimte en
tijd begon met de Big Bang, zou je bv als alternatief een
tunnelingmechanisme kunnen voorstellen.
En daarmee is de cirkel rond:)
TOP |
Op 13-07-2000 reageert Frans Watté met:
Betreffende het ontstaan , bij de zogezegde oerknal , van "iets" uit
"niets", beschikt men over geen informatie
en is dus elke beschouwing dienaangaande hypothetisch en
speculatief.
Met de oerknal is ruimte en tijd ( volgens de gangbare
opvatting daarvan ) ontstaan .
Maar energie bestond reeds in een toestand die door en tijdens de
oerknal een transformatie onderging, en vulde sindsdien het
uitdijend heelal waarin de primordiaalste deeltjes gevormmd werden
en de natuurkrachten actief konden worden .
Betreffende de uitdrukking dat "iets uit niets ontstond" , versta ik :
dat de voorhanden zijnde energie die zich nog niet gemanifesteerd
had en dus "niet iets" was , zich manifesteerde in "iets" , namelijk
in aan de ruimte en de tijd gebonden verschijnselen . Deze
realisatie en de mogelijkheid tot verdere evolutie kwam met de
oerknal tot stand .
De universele energie vormt en "is" de kosmos waarin zich
mogelijks niet enkel "ons heelal" maar oneindig veel heelallen
bevinden .Een zekere hoeveelheid energie had zich geconcentreerd
tot een éénheid die men de "oer-energie" van ons heelal zou
kunnen noemen : een "quantum" dat alle potentiële krachten en
massa's ( het niet-iets ) , dus nog geen dingen en gebeurtenissen
( iets ) omvatte .
Men kan aan de fundamentele energie een naam geven , zoals
God of Brahman , en de oerknal ook schepping of begin noemen.
Dat verandert echter niets aan het feit dat deze energie ( het
niet-iets) de essentiële bron is van alles in zijn en wording ( het iets
) .
Vriendschappelijk .
TOP |
Op 15-07-2000 reageert Ben met:
Een vergelijking met mythologische en religieuze beschrijvingen is
op zich een boeiende oefening, die zeker een apart forum waard is.
De mensen die deze verhalen, begrippen en namen ooit
formuleerden, hebben eerst voor zichzelf gedacht. Om te begrijpen,
moet ieder dat voor zich doen.
Er klinken in dit forum geregeld twee schijnbaar strijdige stellingen
door. De één zegt: er was niets, dan hops: een oerknal met alle
gevolgen vandien, en dan was er het universum. De andere zegt: er
was eerst een oerenergie, dan een soort oeratoom, dat ontplofte in
een oerknal en zo ontstonden alle kleine atoompjes en het hele
universum is zijn nasleep.
Zijn die twee stellingen nu echt zo tegenstrijdig? Ik zou zeggen dat
ze mekaar juist mooi aanvullen tot een totaaltheorie. En voor
minder doen we het niet als het om het begrijpen van het
universum gaat. In een totaaltheorie wil je àlles verklaren, dus sluit
je ook het niets niet uit. Want alles wil zeggen: ook niets.
Het verklaren vanaf het stadium van de oerenergie (het fluctuerend
kwantumveld) dat enerzijds in het 'vacuüm' voorkomt, en anderzijds
een oerknal produceert, dat geeft toch mooi de relatieve overgang
van niets naar iets?
En als er maar zo'n beetje 'iets' voorkomt in dat 'niets', dan is er
toch nog altijd genoeg 'niets' over, temeer dat het in se om
eindeloos, onbeperkt, oneindig niets gaat. Dus de verschijning van
het eerste 'iets' (nietspuntjes, nietige trilling van nietspuntjes,
oertrilling, oerernergie, energiebanen en patronen, deeltjesvormen,
materiedeeltjes…) betekent niet dat er dan geen 'niets' meer is, dat
het 'niets' dan uitgeput zou zijn.
Of de oerknal nu rechtreeks uit het niets komt, dan wel, of zich in
het niets eerst een voorspel tot die oerknal voordoet, is in de
stelling van dit forum van secundaire orde. Hoofdstelling is dat in
beide gevallen 'iets' uit (in, door, met) 'niets' is voor(t)gekomen
zonder het niets te verminderen.
Dus voor de oerknal was er niets, na de oerknal is er nog altijd
niets.
Het verschil maak je intussen zelf uit. En dat is heel wat.
Vriendelijke groeten,
Ben
PS. Kijk ook eens naar het gesloten forum:
"Oerknal maar wat was ervoor"
Op 18-08-1999 gestart door Louis Bouman met 64 reacties,
waarvan laatste op 16-11-1999
TOP |
Op 17-07-2000 reageert Frans Watté met:
Aangezien een empirische verklaring wellicht zal blijven ontbreken
betreffende de toestand die de oerknal voorafging , heeft het
weinig zin daarover te speculeren en nog minder daarover te twisten.
Wel staat het vast dat "ENERGIE" de essentie is van fenomenaliteit
in alle vormen en ook ,gelijklopend daarmede ,van de geestelijke
ondergrond vanaf het geringste onderbewustzijn,
zelfs in de levenloze stof, tot het hoogste bovenbewustzijn
bij de mens.Dit beginsel is rationeel onderbouwd en wellicht
is het mogelijk de onderliggende energetische werkelijkheid
instinctief, intuïtief en mystiek aan te voelen .
Energetische werking kan afgeleid worden uit de voortdurende
wording en verandering der dingen en uit vastgestelde
natuur-wetten , bijvoorbeeld de wet van behoud der energie bij
trans-formaties. Indien zich transformatie van een energetische
"niet-iets"-toestand tot een "iets"-toestand voordeed bij de oerknal,
is het logisch dat de getransformeerde energie toen reeds bestond .
Deze redenering doortrekkend in verband met
het oneindigheidsbegrip van de kosmische energie , moet men
besluiten tot een oneindig bestaan van de universele energie in al
dan niet gebonden toestand , dit wil zeggen : zonder schepping in
een verleden en zonder tenietgaan in de toekomst; en dit in
oneindig-talloze-paralelle heelallen . En zoals Ben
hiervoor in zijn gewaardeerde reactie uitdrukt : " ... Als er maar zo'n
een beetje 'iets' voorkomt in dat 'niets', dan is er toch nog altijd
genoeg 'niets' over, temeer dat het in se om eindeloos, onbeperkt,
oneindig niets gaat" en dat "betekent niet dat er dan geen 'niets'
meer is dat het 'niets' dan uitgeput zou zijn" .
De manieren waarop de inzichten dienaangaande uitgedrukt kunnen
worden - cultuurgebonden, filosofisch , mythisch, religieus -
is van minder belang . Overigens mogen wij ons gelukkig achten
dat recente wetenschappelijke inzichten, namelijk deze van de
quantenmechanica , de grens (blijken te) naderen waarbij het
universele "energetisch zijn" ( het niet-iets ) zich omzet
in het fundamentele "iets" van onze bestaanswereld ( quarks,
atoomkernen, atomen ) en toch "niet-iets" kan blijven wegens het
dualiteitskarakter ( materie-kracht ) van de oerdeeltjes . Maar dat
kan mijn grijze materie wel aanvaarden maar niet begrijpen .
Met vriendelijke groeten , Frans W.
TOP |
Op 24-07-2000 reageert h.j.j.radius met:
De oerknaltheorie is gebaseerd op het
Hubble-effect, grotere roodverschuiving van
steeds verder wegstaande sterrenstelsels.
Er wordt namelijk aangenomen dat de
frequentie en de snelheid van het
uitgezonden licht in vacuum constant is.
Gooi je een grote steen in het midden van een
vijver, dan ontstaat in het mirden een grote
snelle golf die naar de buitenkant uitdijt tot
kleine rimpelingen van het water.
Hier is dus niets constant. Wie zegt mij dat
het vacuum ook niet op een dergelijke wijze
op lichttrillingen reageert?
De hele oerknaltheorie kon dan wel eens een
fabel zijn.
TOP |
Op 30-07-2000 reageert Ben Pirard met:
Frans,
Het 'tijdstip' waarop de oerenergie er was voor de oerknal kan
logischerwijze variëren (empirisch niet vast te stellen, zoals je zegt).
Theoretisch zouden we dus een macrohistorische sequentie: 'Niets -
Oerenergie - Oerknal - Heelal' kunnen beschouwen, waarin de
relatieve tijdsduur van elk van deze fasen zou kunnen verschillen
en verschuiven. Hier moeten we echter zorgvuldig zijn met onze
definitie van 'iets' en 'niet-iets'. De vraag is namelijk of je de
Oerenergie wel als 'niet-iets' mag beschouwen. In alle geval is
Oerenergie niet Niets (Niets in absolute zin). De oorspronkelijke
vraag is dan inderdaad alleen maar verschoven en luidt: hoe kan
Oerenergie uit absoluut Niets ontstaan?
Van het Niets kan iedereen gemakkelijk aannemen dat het er altijd
geweest is en is en zal zijn. Als het echter over een energie gaat,
dan lijkt dat al meer dan niets. Ofwel moeten we deze Oerenergie
als een potentiële energie beschouwen die op zich eigen is aan het
Niets, het vacuüm. Is dat redelijk?
H..j. Radius,
Als je bedoelt dat het vacuüm op lichttrillingen reageert zoals een
vijver op een steen, dan impliceer je dat het vacuüm een zekere
viscositeit heeft, die niet nul is. Dat zou betekenen dat het vacuüm
niet Niets is. En dat lijkt mij niet logisch. Ondanks dat denk ik dat
de oerknaltheorie inderdaad slechts een voorlopige menselijke
voorstelling is, die niet noodzakelijk zo letterlijk met de
werkelijkheid overeenstemt. Mij lijkt het logischer dat de
macrohistorische sequenties die middels de oerknaltheoretische
analyse aan het licht komen zich quasi gelijktijdig en op ontelbare
plaatsen en grootteschalen voordoen. De voorstelling ervan is zoals
een verzameling anatomieplaatjes, die alles en niets zeggen over
het uiteen gehaalde organisme.
Vriendelijke groeten,
Ben
TOP |
Op 01-08-2000 reageert Maurice met:
Bart,
Ik heb denk ik weinig zinnigs in te brengen, maar ik wil je wel graag
mijn mening geven, ook al ben ik geen gerespecteerd fysicus ofzo.
Mijn mening is echter al ongeveer door iemand anders onder
woorden gebracht. Mijn mening zou dan wel niet zo technisch
geweest zijn, maar hij zit er wel grotendeels in. Namelijk de reactie
van inq E. Hofstede.
TOP |
Op 27-08-2000 reageert Ben Pirard met:
Dit is een oud-Indisch verhaal:
Er was eens een jongen van 12, Svetaketu genaamd, en zoon van
Uddalaka Aruna. Op een dag stuurde zijn vader hem naar de
hogeschool om alles te leren over de cyclussen, de seizoenen en
alles wat er in de litteratuur van de wetenschappen was opgetekend.
Toen hij 24 was kwam de jongen terug thuis nadat hij zijn studie
van de Vedas had voltooid. Hij was vol eigendunk en arrogant
geworden, en dacht dat hij nu wel alles wist. Zijn vader riep hem bij
zich en zei: 'Je hebt nu een hoge dunk van jezelf en vind jezelf heel
belezen, maar heb je daar ook navraag gedaan naar die kennis
waardoor men hoort wat men niet te horen krijgt, ziet wat men niet
te zien krijgt, en weet wat niet geweten is?'
- 'Wat voor kennis mag dat dan wel zijn?' vroeg Swetaketu.
- 'Wel zoon, als je een homp klei kent, dan ken je de essentie van
alle dingen die uit klei zijn gemaakt, hun verschillen zijn slechts hun
naam en vorm. Door één goudkorrel te kennen, ken je de essentie
van alle dingen van goud, het verschil ligt slechts in hun naam en
vorm. Door de kennis van één stuk ijzer ken je de essentie van alle
dingen die van ijzer zijn gemaakt, het verschil is enkel hun naam
en vorm. Zo ook krijg je door deze kennis de essentie van alle
kennis.'
- 'Dat moeten mijn geachte leraren niet hebben geweten, want dan
hadden ze het mij zeker doorgegeven. Kunt gij mij dit dan leren,
vader?'
- 'Goed, zoon. In het begin was er louter zijn., één element zonder
tweede. Sommige mensen echter zeggen dat er in het begin alleen
niet-zijn was, één zonder tweede, en dat niet-zijn geboorte gaf aan
zijn, maar hoe kan zoiets nu zijn?.Hoe zou er nu zijn uit niet-zijn
kunnen voortkomen? Neen, mijn zoon, het was louter zijn, één
zonder tweede, wat in het begin bestond.' 'Dat zijn dacht bij zichzelf:
"laat ik veel worden, laat ik vorm aannemen" en het schiep licht.
Het element licht dacht bij zichzelf: "laat ik veel worden, laat ik
vorm aannemen" en het schiep vloeistof. En het element vloeistof
dacht bij zichzelf: "laat ik veel worden en vorm aannemen" en
schiep vaste stof. Op die manier werd het hele universum
opgebouwd uit louter zijn. Dat zijn, dat de subtielste essentie is van
alles, de ultieme realiteit, het zelf van al wat bestaat, dat zijt gij,
Swetaketu.'
- 'Alstublieft, heer, vertel mij meer van deze leer', zei de jongen.
- 'Goed, zoon. Als bijen de nectar van verschillende planten
verzamelen en er één honing van maken, dan is er geen individuele nectar meer die denkt een
: "O, ik kom van die plant". Zo ook de
schepselen, wanneer ze contact maken met het zijn, dan verliezen
ze even alle besef van individuele aard. En wanneer hun bewustzijn
terugkeert uit de staat van louter zijn dan hervatten ze hun besef
van individualiteit. En dat zijn, dat de subtielste essentie van alles
is, de ultieme realiteit, het zelf van alle schepselen, dat zijt gij,
Svetaketau.'
- 'Alstublieft, heer, vertel mij meer van deze leer', zei de jongen.
- 'Goed, zoon. Alle rivieren, of ze nu naar het oosten of naar het
westen vloeien, komen uit de zee en keren erin weer. En zodra ze
zich met de zee hebben vereenzelvigd denken ze niet langer: "ik
ben die of die rivier". Zo ook alle schepselen, wanneer ze zich met
hun zijn vereenzelvigen, denken ze niet langer dat zij oorspronkelijk
uit het zijn kwamen en zich een individuele weg door het leven
baanden. Welnu, dat zijn, dat de subtielste essentie van alles is, de
ultieme realiteit, het zelf van al wat bestaat, dat zijt gij, Svetaketu.'
- 'Alstublieft, heer, vertel mij meer van deze leer', zei de jongen.
- 'Goed, zoon. Als ge een stuk wortel van die grote boom daar
afsteekt, dan bloedt hij, maar sterft niet. Als ge een stuk van de
stam doet, dan bloedt hij, maar sterft niet. Doet ge er takken af,
dan bloedt hij, maar sterft niet. Doordrongen van sap, zijn
levensenergie, staat de boom stevig, drinkt en geniet zijn voeding.
Maar als het sap zich uit één van de takken terugtrekt, dan gaat die
wegkwijnen. Trekt het zich uit een tweede tak terug, dan gaat ook
die kwijnen. Van een derde net zo. Maar als het sap zich uit de hele
boom terugtrekt, dan gaat de boom kwijnen en sterven. Zo ook,
mijn zoon, sterft het lichaam wanneer het zelf er zich uit terugtrekt,
ofschoon het zelf voortleeft. En dat wezen, dat de subtielste
essentie van alles is, de ultieme realiteit, het zelf van al wat er is,
dat zijt gij, Svetaketu.
- 'Alstublieft, heer, vertel mij meer van deze leer', zei de jongen.
- Goed, zoon. Haal een vijg van die grote waringinboom.'
- 'Hier is ze'.
- 'Splitst ze open en kijk wat erin zit.'
- 'Talloze zaadjes'.
- 'Haal er één uit en splits het open, en zeg me wat erin zit.'
- 'Helemaal niets!'
- 'De subtielste essentie van de vijg schijnt voor u geheel niets,
maar geloof me, mijn zoon, uit dat geheel niets is deze machtige
waringin opgekomen. En dat zijn, dat de subtielste essentie van
alles is, de ultieme realiteit, het zelf van al wat er is, dat zijt gij,
Svetaketu.
- CHANDOGYA UPANISHAD 6.I.1-
TOP |
Op 29-08-2000 reageert Johan met:
Dit is een algemene opmerking maar willen jullie stoppen met
elkaar persoonlijk aan te vallen maar gewoon clean redeneren
Dat draagt een hoop bij aan het leesplezier
met VRIENDELIJKE groet
johan
TOP |
Op 30-08-2000 reageert Ben met:
http://www.biols.sussex.ac.uk/Home/John_Gribbin/tlu.htm:
"Another pair of uncertain variables linked in this way is energy and
time. Again, the uncertainty only applies on a subatomic scale, as
far as any practical consequences are concerned. But what quantum
physics tells us is that any tiny region of the vacuum, which we think
of as "empty space", might actually contain a small amount of
energy for a short time. In a sense, it is allowed to possess this
energy if the Universe doesn't have time to "notice" the discrepancy.
The more energy there is involved, the shorter the time allowed. But
because particles are made of energy (E = mc2), this means that
particles are allowed to pop into existence in the vacuum of empty
space. They are made out of nothing at all, and can only exist
provided that they pop back out of existence again very quickly.
On this picture, the quantum vacuum is a seething froth of particles,
constantly appearing and disappearing, and giving "nothing at all" a
rich quantum structure. The rapidly appearing and disappearing
particles are known as virtual particles, and are said to be produced
by quantum fluctuations of the vacuum."
Copyright © Ben Pirard - 2000
|
TOP |
| | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | | |